Op een andere manier het gesprek aangaan over ´elkaar inspireren´, ´beleving´ en ´het behalen van doelen´.
Laten we het gesprek over "elkaar inspireren," "beleving," en "het behalen van doelen" op een frisse en krachtige manier vormgeven. Stel je voor dat leiders niet langer passief luisteren, maar actief deelnemen aan scenario's die hen uitdagen om nieuwe inzichten in de praktijk te brengen. Door direct te experimenteren en te reflecteren op hun ervaringen, ontstaat diepgaand en betekenisvol leren.
Het echte goud ligt in het delen van deze ervaringen met anderen. In groepsverband krijgen leiders de kans om van elkaar te leren, nieuwe perspectieven te ontdekken en zo samen te groeien. Dit versterkt niet alleen hun eigen ontwikkeling, maar ook de onderlinge verbinding.
Gedrag verandert niet door enkel inzicht, maar door doelgerichte oefening, herhaling en feedback. Net zoals het brein zich aanpast aan nieuwe routines dankzij neuroplasticiteit, zo kunnen leiders hun gedragingen verfijnen en internaliseren door regelmatig te oefenen in een veilige, inspirerende omgeving.
Variatie is hierbij essentieel. Door verschillende leervormen zoals theaterinterventies, rollenspellen, praktijkopdrachten en reflecties af te wisselen, blijf je geprikkeld en worden leiders uitgedaagd om op nieuwe, creatieve manieren te denken en te handelen. Dit helpt hen om uit hun comfortzone te stappen en een bredere, meer verrijkende kijk te ontwikkelen op hoe ze zichzelf en anderen kunnen inspireren om doelen te behalen.
Leiderschap is niet alleen een kwestie van kennis, maar van voortdurende groei, ontwikkeling en de bereidheid om nieuwe inzichten actief toe te passen.
Visie op leren en ontwikkelen in organisaties
De eisen die aan organisaties worden gesteld veranderen voortdurend en in een snel tempo zowel in de profit- als non-profitsector. In een wereld die snel verandert, worden organisaties geconfronteerd met steeds hogere verwachtingen van klanten en burgers, die betere diensten eisen tegen een aantrekkelijke prijs-kwaliteitverhouding.
Daarnaast staan we aan de vooravond van ingrijpende technologische innovaties zoals big data, cloud computing, DNA-sequencing, robotica, AI en nanotechnologie. Deze doorbraken zullen niet alleen invloed hebben op de manier waarop organisaties opereren maar ook op de markten en de consumentengroepen waarmee zij te maken hebben.
Naast technologische veranderingen zien we ook een verschuiving in maatschappelijke waarden en normen. De afgelopen jaren is er bijvoorbeeld meer bewustwording ontstaan rondom grensoverschrijdend gedrag discriminatie en uitsluiting, wat heeft geleid tot een toenemende intolerantie ten aanzien van dergelijk gedrag.
Ook de arbeidsmarkt verandert. Generatie Z en (binnenkort) generatie Alpha betreden de arbeidsmarkt met hun eigen waarden, normen en verwachtingen, vooral gericht op betekenisvol werk.
Nederland is bovendien een pluriforme samenleving met een diversiteit aan religieuze overtuigingen, leefstijlen, etniciteit en waardepatronen. Deze diversiteit brengt extra complexiteit met zich mee voor organisaties. Een uitdaging voor bestuurders en managers. Dit is precies waar ik mij op richt: het ondersteunen van leiders in het vinden van een succesvolle aanpak.
Om succesvol te kunnen anticiperen op (nieuwe) ontwikkelingen, hebben organisaties behoefte aan flexibiliteit en veiligheid. Dit stelt hen in staat om zich snel aan te passen aan nieuwe omstandigheden of zelfs proactief te handelen. Een lerende organisatie streeft naar continue verbetering en innovatie, luistert naar zowel medewerkers als externe belanghebbenden, en past zich aan veranderende omstandigheden aan.
Ik hanteer een holistische benadering die benadrukt dat effectief leren ontstaat door actief doen, met bijzondere aandacht voor de werking van het brein en hoe dit gedrag beïnvloedt. Hier is een overzicht van de kernpunten in deze visie:
-
Leren door doen: Dit betekent dat leren het meest effectief is wanneer mensen actief betrokken zijn in het leerproces. Door te handelen en ervaringen op te doen, wordt kennis dieper verankerd. Dit sluit aan bij het concept van “experiential learning,” waarbij echte situaties worden nagebootst om het leereffect te vergroten.
-
Deliberate Practice: Dit concept houdt in dat je doelbewust oefent met de intentie om te verbeteren. Vaak oefenen en herhalen is cruciaal totdat nieuw gedrag is ingesleten. Het is belangrijk dat deze oefening gericht en systematisch is, waarbij feedback een grote rol speelt.
-
Brein en gedrag: Het leren moet afgestemd zijn op hoe het brein functioneert, aangezien dit bepaalt hoe gedrag wordt gevormd en aangepast. Variatie in werkvormen is essentieel omdat het brein vraagt om afwisseling. Dit stimuleert verschillende cognitieve processen en zorgt ervoor dat kennis en vaardigheden beter worden onthouden en toegepast.
-
Afwisselende werkvormen: Gevarieerde werkvormen, zoals theaterinterventies, managementgames, individuele- en groepsreflectie, praktijkopdrachten en theoretische kennisoverdracht, zijn noodzakelijk om de hersenen optimaal te stimuleren en de leereffecten te vergroten.
-
Return on Investment bij ontwikkelvraagstukken: Dit betekent dat bij het ontwikkelen van leertrajecten ik ook wil kijken naar de effectiviteit en efficiëntie van de investering in leerprocessen. Het gaat erom dat de leeractiviteiten daadwerkelijk bijdragen aan het behalen van de beoogde resultaten, zowel op individueel als organisatieniveau.
-
70-20-10 regel: Principe van dit model is dat 70% van leren plaatsvindt door ervaring, 20% door interactie met anderen (social learning), en 10% door formele educatie (cursussen, workshops). Het model benadrukt het belang van ervaringsgericht leren als de meest effectieve manier om nieuwe vaardigheden en kennis te verwerven.
Deze visie combineert inzichten uit de neuropsychologie met praktische leermethoden om zo effectief mogelijk gedrag en vaardigheden te ontwikkelen. Door te focussen op zowel het individu als de omgeving waarin geleerd wordt, streeft deze benadering ernaar om leerprocessen te optimaliseren en te verduurzamen.